Hormonen en broedsheid

Dierenarts Rob van Zon over Hormonen en broedsheid bij papegaaien.

De natuur en problemen in gevangenschap

In de natuur zijn vogels niet het hele jaar broeds. De broedse periode wordt afgestemd op het jaargetijde dat het meest gunstig is om jongen groot te brengen. Door te reageren op bepaalde stimulerende factoren uit de omgeving zorgt het vogellichaam voor de grootste kans op een succesvolle voortplanting. Welke stimuli de grootste rol spelen, wisselt per soort.

Omgevingsfactoren

Veel vogels reageren sterk op de verandering van de daglicht-lengte. Wanneer de dagen langer worden en de nachten korter, nemen de hormoonspiegels vaak toe. Niet elke vogel is even gevoelig voor deze lichtperiode, soorten die in de natuur rond de evenaar leven reageren hier waarschijnlijk minder op.

De aanwezigheid van veel en makkelijk verkrijgbaar eten is ideaal om jongen groot te brengen en stimuleert daarom de geslachthormonen. Ook een te energierijke voeding (zaden, trosgierst, etc.) kan stimulerend werken

Regen gaat in bepaalde streken vooraf aan periodes waarbij er meer voedsel voor jongen beschikbaar is. Daardoor kan bij bepaalde soorten (bijvoorbeeld zebravinken en valkparkieten) ook regen/sproeien/douchen een stimulatie van de geslachtshormonen veroorzaken.

Een vereiste om succesvol jongen groot te kunnen brengen is de mogelijkheid om een goed en veilig nest te kunnen maken. De aanwezigheid van nestgelegenheid en nestmateriaal is ook een sterke stimulans.

Uiteraard is ook een partner nodig om jongen te kunnen krijgen. De aanwezigheid van een natuurlijke partner (vogel), onnatuurlijke partner (mens) of een substituut van een partner (bijv. spiegel) is een sterke stimulans van de geslachthormonen. In het geval van een andere vogel kan alleen het horen van een soortgenoot al voldoende zijn om te zorgen voor hormonale activatie.

Problemen en ziekte

Lichamelijke en gedragsmatige problemen die te maken hebben met de geslachtshormonen en het leg-apparaat komen regelmatig voor bij vogels. Voorbeelden zijn het overmatig leggen van eieren, legnood, ei-peritonitis, cystes, ontstekingen en tumoren van de eileider of eierstok, prolaps van de cloaca, agressie, hypersexualiteit of veerbeschadigend gedrag. Een deel van deze aandoeningen wordt veroorzaakt door overmatige stimulatie van de geslachtshormonen, een ander deel van deze aandoeningen is juist de oorzaak van hormonale problemen.

Therapie en preventie

In het geval van het overmatig leggen van eieren of hormoon-gerelateerde gedragsproblemen, kan worden geprobeerd om door het aanpassen van bepaalde omgevingsfactoren de hormoonspiegels te verlagen. Helpt dat niet voldoende, dan kan er ook medicamenteus worden ingegrepen. Op dit moment lijkt het plaatsen van een onderhuids hormoonimplantaat (Suprelorin) het meest effectieve en meest veilige middel te zijn om de geslachtshormonen gedurende een langere periode (enkele maanden tot een jaar) kunstmatig te verlagen.

In het geval van echte afwijkingen van het legapparaat is vaak chirurgisch ingrijpen nodig.

Aanpassen van de leefomstandigheden

  • Beperk de daglicht-lengte. Laat de vogel 12 tot14 uur per nacht op regelmatige tijdens in het donker slapen. Het is bij sommige soorten extreem belangrijk dat er tijdens deze periode helemaal geen licht bij de vogels komt (dus 1 minuut een lampje aan of de TV aan kan al te veel zijn).

  • Beperk de beschikking over eten. Geef niet de hele dag door eten, maar beperk dit tot 2 tot 3 voedingsmomenten, waarna het eten weer verwijderd moet worden. Laat de vogel het liefst foerageren in plaats van de voeding in een bakje aan te bieden. Verander een eventueel zadendieet in een dieet dat uit pellets bestaat (zie voeding papegaaiachtigen)

  • Beëindig het regenseizoen. Laat de vogel tijdelijk niet douchen, bevochtig ze niet met een spray en laat ze ook niet echt in de regen zitten.

  • Verwijder nestgelegenheid en nestmateriaal. Voorkom dat de vogels in de ruimste zin van het woord nestgelegenheid (nestkast, hangmat, kokosnoot, keukenkastje, etc.) en nestmateriaal tot hun beschikking hebben.

  • Voorkom stimulatie door een partner. Vanwege het welzijn is het advies niet om echt koppels te scheiden. Wel is het verstandig om een onnatuurlijke partner-band tussen vogel en eigenaar te voorkomen (dat houdt ook in dat er niet geaaid en geknuffeld moet worden met vogels met deze klachten) en dat spiegeltjes of andere surrogaat-partners verwijderd moeten worden.

Chirurgie

Door middel van chirurgie kunnen veel afwijkingen van het legapparaat worden opgelost. Dit kan gaan om het verwijderen van een ei bij legnood, het vastzetten van een uitgestulpte cloaca, maar ook om het verwijderen van de hele eileider en schaalklier (salpingohysterectomie) in het geval van chronische ontstekingen, cystes, tumoren en impaction (ophoping van ei-materiaal in de eileider en schaalklier).

Deze chirurgie moet door een op dit vakgebied ervaren vogelarts worden uitgevoerd onder algehele anesthesie met een adequate pijnstilling en ondersteuning van de ademhaling.

Helaas is het bij vogels meestal niet mogelijk om op verantwoorde wijze de eierstok (ovarium) te verwijderen, dit in tegenstelling tot bijvoorbeeld bij honden en katten. Dat is lastig, omdat juist de eierstok een belangrijke rol speelt bij de afwijkende hormoonspiegels. Na een “sterilisatie”, oftewel het verwijderen van de ei-leider en schaalklier (salpingohysterectomie), kan het dus voorkomen dat de hormonale problemen niet verdwijnen. In veel gevallen is het nodig om naast de chirurgie ook nog op een andere wijze te proberen om de gehaltes van de geslachtshormonen te verlagen.

Bron: Dierenarts Rob van Zon

Translate »
error: Content is protected !!