Ruien

De rui is een periode waarin de papegaai geleidelijk zijn veren verliest en vervolgens nieuwe veren ontwikkelt. Deze nieuwe veren zitten aanvankelijk nog in een hulsje, dat na wat poetswerk loskomt en de veer zichtbaar maakt. 

Dit proces verloopt geleidelijk en per veerveld. De rui van de vleugels gebeurt gelijktijdig, waarbij als laatste de slagpennen aan de beurt zijn. De eerste jeugdrui vindt doorgaans plaats rond de leeftijd van 5 maanden, gevolgd door de eerste volwassen rui tussen 14-16 maanden. Hierna ervaren papegaaien jaarlijks een rui. De exacte periode is niet seizoensgebonden en kan dus op elk moment van het jaar plaatsvinden.

Tijdens de rui kan de papegaai wat stiller zijn en er rommeliger uitzien. Sommige vogels kunnen ongewenst gedrag vertonen, zich niet lekker in hun vel voelen en zelfs wat gewicht verliezen. De nieuwe veren zijn bijzonder gevoelig zolang ze nog niet uit de hulsjes zijn gekomen. 

Om de papegaai te helpen de rui zo snel en soepel mogelijk door te komen, is het belangrijk om hem voldoende vitamines te geven via een uitgebalanceerd dieet. Dagelijks wat eivoer kan hierbij ook ondersteunend zijn. Bied de papegaai extra sproeibeurten aan, zodat hij zichzelf meer kan poetsen. Let op! Een papegaai die plotseling kale plekken vertoont (waarbij je bijvoorbeeld veel veren “afgeknipt” vindt onderin de kooi) is niet in de rui, maar vertoont mogelijk plukgedrag. Voor meer informatie hierover, zie het onderdeel over plukken.

Een popje met een nest kan wel wat aan haar buikje gaan plukken, zodra ze weer uit deze fase komt, zal ze dit ook weer laten aangroeien.

Translate »
error: Content is protected !!