Inleiding
Het valt niet te ontkennen dat er steeds meer hybride ara’s gekweekt worden. Een trend die al jaren terug ingezet is in de VS en die ook overgewaaid is naar Europa. Een hybride ara is een ara die uit twee (of zelfs meer) verschillende soorten is voortgekomen, waarbij de ouders veelal bewust bij elkaar gezet zijn. Iets heel anders als een mutant, wat een speling van de natuur is (en uit één soort komt). Het kweken van hybride ara’s is een controversieel onderwerp, met sterke voorstanders en ook sterke tegenstanders. Hoe het ook zij, deze bemoeienis van de mens geeft duidelijk aan dat ara’s aan het domesticeren zijn. Zoals met andere gedomesticeerde dieren probeert de mens de ontwikkeling naar de hand te zetten.
In de natuur komen op zeer beperkte schaal hybride ara’s voor. Meestal hebben de natuurlijke soorten een ander verspreidingsgebied, of hebben ze andere voorkeuren waardoor ze elkaar zelden tegen komen. Maar dat het kan, bewijst het verhaal van de laatste wilde Spix ara met het Maracana popje. Helaas zonder te reproduceren…
Argumenten tegenstanders
Een kweker die zich in laat met de hybride kweek, wordt al snel verketterd door tegenstanders van de hybride kweek. Het meest gehoorde argument van tegenstanders is dat ‘als de natuur het gewild zou hebben, de hybride vorm er wel zou zijn’. Gedacht langs de lijn van Darwin, met het recht van de sterkste als één van de uitgangspunten. Er bestaan in de natuur geen ‘harlekijn ara’s’, omdat deze niet overleven, en dus moet je het in gevangenschap ook maar niet willen. En op die manier de bloedlijnen en genen zuiver houden. Maar… de genen tussen de verschillende soorten schelen niet eens 1%. En mag je dan wel ondersoorten door elkaar heen zetten? Er zijn trouwens ook wel gevallen bekend van soorten dieren die juist als hybride succesvoller zijn (zoals bijvoorbeeld de Geafrikaniseerde Honingbij, ofwel ‘killer bee’ die in de beschrijving van de Spix al eerder genoemd is. Of de muilezel, als hybride variant tussen een paard en een ezel). Dus kloppen deze argumenten wel, of zijn het gewoon ‘politiek correcte open deuren’?
Argumenten voorstanders
Ook het kweken van de natuurlijke soorten ara’s in gevangenschap is al een vorm van domesticatie. Alleen de sterke individuen, bestand tegen onder andere de gevolgen van transport, stress en ziektes, krijgen de kans te reproduceren. Van deze sterke individuen zullen de nakomelingen in grote aantallen overleven, omdat er geen natuurlijke vijanden bestaan en het hele legsel waarschijnlijk opgroeit (in de natuur is dat niet zo!). Uit cijfers blijkt dat maar 1 op de 8 in het wild gevangen blauwgele ara’s de tocht naar gevangenschap overleefde, waarbij onbekend is hoeveel procent daar weer succesvol van is geweest met reproduceren. De kweek is dus al onderhevig aan ‘menselijke selectie en voorkeuren’. Dus wat maakt de hybride kweek dan nu zoveel onnatuurlijker als het houden van de natuurlijke soorten?
Een ander argument van de voorstanders is dat de hybridekweek het mogelijk maakt om (naast het uiterlijk) ook het karakter van de hybride soort te beïnvloeden. Geen idee of dat wetenschappelijk te onderbouwen is, maar het klinkt wel aardig. Er is onderzoek bekend onder vossen, waarbij in 10 generaties grote voortgang is geboekt met domesticatie. Maar geldt dit ook niet voor een natuurlijke soort ara? Stel dat we 10 generaties lang Hyacinten in de huiskamer houden? Hebben we dan ara’s zonder stress en verenplukken, die gewoon in de familie meeleven? Andere argumenten voor de hybridekweek: de hybride ara’s hebben ‘mooiere’ kleuren, en je kunt proberen om ziektes uit hybrides te kweken (alhoewel dit laatste een lastig te scoren argument is).
Het ultieme voorbeeld van de hybride kweek is natuurlijk de domesticatie van de hond, waarbij alle hondenrassen uiteindelijk afstammen van de wolf. Dus wie weet wat de hybride kweek van ara’s ons uiteindelijk gaat brengen? En wellicht nog een klein lichtpuntje in deze tijd van ‘positieflijsten’… misschien dat de hybride ara’s deze vorm van ‘moderne slachting’ wel gaan overleven, zodat we onze hobby kunnen voortzetten?
De verschillende generaties van hybride ara’s
Er wordt onderscheid gemaakt in hybrides van de eerste generatie (F1), de tweede generatie (F2) en de derdegeneratie (F3). Dit is meer een definitie kwestie als wat anders… Bij een hybride van de eerste generatie, zijn beide ouders van een natuurlijke soort (maar niet dezelfde natuurlijke soort, want anders zou het geen hybride ara zijn). Een Catalina hybride ara heeft als ouders een Blauwgele ara en een Geelvleugel ara. Er wordt geen verschil gemaakt qua geslacht, alhoewel dit best invloed heeft op de kleuren, bouw en wellicht ook wel het karakter.
Bij een hybride van de tweede generatie is één van ouders zelf al een hybride, en de andere ouder is van een natuurlijke soort. Een hybride nakomeling van een Catalina ouder en een Groenvleugel ouder, is een hybride van de tweede generatie. Overigens met als algemeen geaccepteerde naam ‘Flame ara’. Het is maar dat u het weet.
Als beide ouders zelf al een hybride zijn, noemen we een nakomeling een hybride van de derde generatie. Een kruising van een Ruby ara (Groenvleugel x Geelvleugel) met een Harlekijn ara (Blauwgele x Groenvleugel) is dus van de derde generatie (en heet in de VS een Quatro ara, en waarom dat zo is laat zich wel raden!).
Op deze manier ontstaan aardige toverballen, zeker als er ook nog sexe effecten meegenomen worden. Het kroost van een 1-0 Geelvleugel ara en een 0-1 Ara militaris (een Shamrock ara) zal er waarschijnlijk anders uitzien als het kroost van een 1-0 Ara militaris en een 0-1 Geelvleugel ara (toch nog steeds met Shamrock ara als naam). Er wordt vaak gezegd dat de vader het dominante gen met betrekking tot de kleur heeft. Anderen beweren dat het juist draait om het geslacht van de nakomelingen: een popje heeft overwegend de kleuren van de vader, en een mannetje heeft overwegend de kleuren van de moeder. Nader onderzoek is nodig om uit te wijzen hoe dit zit.
Krijgen hybride ara’s eigenlijk wel jongen?
Bij veel ‘interraciale relaties’ in het dierenrijk zijn de nakomelingen steriel. Bij hybride ara’s valt op dat de F1 en F2 generaties vrijwel normaal vruchtbaar zijn, terwijl bij de F3 generaties juist vaker onvruchtbaarheid voorkomt. De reden hierachter is onduidelijk en kan ook zijn dat de steekproef onvoldoende groot of niet representatief is. Want specifiek wetenschappelijk onderzoek is niet uitgevoerd.
Hoe denkt het Cites bureau over hybride ara’s?
Het Cites bureau heeft het over ‘hybriden van ongelijkwaardige ouders’. U wilt bijvoorbeeld een aanvraag indienen voor een ‘Catalina ara’. Hoewel deze soort ara niet vermeld staat in de Soortenlijst, wordt deze ara toch gezien als een soort van Appendix I en Bijlage A. De Catalina ara is een kruising tussen de Geelvleugel ara (Appendix I / Bijlage A, Cites vergunning noodzakelijk) en de Blauwgele Ara (Appendix II / Bijlage B, geen Cites vergunning noodzakelijk). Staat één van de ouderdieren op Bijlage A, dan wordt de hybride soort gezien als een soort van Bijlage A. U vult op het aanvraagformulier voor een Cites vergunning in: ‘Ara Macao’. Vul als soortnaam ‘Geelvleugel ara’ in en vermeld de naam van de hybride soort ‘Catalina ara’ en de kruising ‘Ara Macao x Ara Ararauna’. Het Cites bureau gaat in het geval van hybrides uit van de strengst beschermde soort.
In de Soortenlijst is het volgende opgenomen over hybride soorten: “10. Hybriden kunnen uitdrukkelijk in de bijlagen worden opgenomen, doch uitsluitend indien zij in de vrije natuur onderscheidbare, stabiele populaties vormen.
Op hybride dieren die in de laatste vier vooroudergeneraties van de lijn één of meer specimens van enige in bijlage A of B opgenomen soort tellen, zijn de bepalingen van deze verordening van toepassing alsof zij tot die soort zelf behoorden, zelfs indien de betrokken hybride niet uitdrukkelijk in de bijlage(n) is opgenomen.” Dit betekent dat een hybride gerekend moet worden tot de CITES-soort tot de vijfde generatie na het voor het laatst voorkomen van de CITES-soort in rechte lijn van de voorouders.
Naamgeving van hybride ara’s
In tegenstelling tot de natuurlijke soorten hebben hybride ara’s geen wetenschappelijke of latijnse namen. De belangrijkste aanduiding van een hybride ara is dat het een kruising is tussen ‘soort a’ en ‘soort b’. Vanuit de historie is er vervolgens een naamkaartje aangehangen, wat vaak iets zegt over de kleuren en/of patronen. Een leuke naam blijft dan hangen bij een paar personen en wordt op een gegeven moment breed geaccepteerd. Niet voor iedere hybride is een naam geaccepteerd… een naam voor een ‘Blauwgele ara x Blauwkeel ara’ is er bijvoorbeeld niet (voelt iemand zich geroepen?). Wellicht dat dat ook komt omdat het niet zo’n spannende hybride zal opleveren… (niet qua kleuren en waarschijnlijk ook niet qua karakter). Vaak is het de eerste kweker van zo’n nieuwe hybride die dan ook de naam bepaalt. Die naam blijft dan hangen en raakt ingeburgerd.
Hieronder een greep uit veel voorkomende namen van hybride ara’s (met dank aan Cynthia Johnson die de actieve groep ‘Hybrid & Mutation Macaws’ op Facebook beheert):
F-1 Hybride ara’s (eerste generatie, ofwel beide ouders zijn ‘natuurlijke soorten’)
Blauwgele ara x Groenvleugel ara levert een Harlekijn ara
Blauwgele ara x Geelvleugel ara levert een Catalina (ook wel Regenboog ara)
Blauwgele ara x Ara Militaris levert een Miligold ara
Blauwgele ara x Buffon ara levert een Bluffon ara
Blauwgele ara x Roodoor ara levert een Maui Sunset ara
Blauwgele ara x Hyacinth levert een Caloshua ara
Groenvleugel ara x Geelvleugel ara levert een Ruby ara
Groenvleugel ara x Ara Militaris levert een Calico ara
Groenvleugel ara x Buffon ara levert een Buffwing
Geelvleugel ara x Ara Militaris levert een Shamrock ara
Geelvleugel ara x Buffon ara levert een Verde ara
Buffon ara x Ara Militaris levert een Miliffons ara (ook wel Milihy ara)
Ara Militaris x Hyacint levert een Milicinth ara
Buffon ara x Hyacint levert een Emerald ara
Roodoor ara x Geelvleugel ara levert een Miro ara
Roodoor ara x Severa levert een Schneider’s ara
Roodoor ara x XXX levert een Voren’s ara
F-2 Hybride ara’s (tweede generatie, ofwel één ouder is een ‘natuurlijke soort’ en de ander een hybride)
Buffon ara x Catalina ara levert een Buffalina ara
Blauwgele ara x Ruby ara levert een Ruby Gold ara
Geelvleugel ara x Shamrock ara levert een Miami ara
Geelvleugel ara x Harlekijn ara levert een Scarlequin ara (ook wel Tropicana ara)
Blauwgele ara x Harlekijn ara levert een Harlegold ara
Groenvleugel ara x Catalina ara levert een Flame ara
Geelvleugel ara x Catalina ara levert een Camelot ara
Groenvleugel ara x Calico ara levert een Cameo ara
Blauwgele ara x Catalina ara levert een Catablue ara
Groenvleugel ara x Harlekijn ara levert een Jubilee ara
Groenvleugel ara x Miligold ara levert een Camilla ara
Blauwgele ara x Harlekijn ara levert een Harlegold ara (ook wel Harleblue ara)
Hyacinth ara x Catalina ara levert een Hyalina ara
Blauwgele ara x Shamrock ara levert een Shammy-Gold ara
Geelvleugel ara x Miligold ara levert een Starlight ara
Ara militaris ara x Catalina ara levert een Milalina ara
F-3 Hybride ara’s (derde generatie, ofwel beide ouders zijn een hybride ara)
Miligold ara x Catalina ara levert een Milicat ara
Ruby ara x Harlekijn ara levert een Rubyquin ara
Ruby ara x Miligold ara levert een Quatro ara
Ruby ara x Catalina ara levert een Rubalina ara
Catalina ara x Harlekijn ara levert een Harlina ara (ook wel Maui Sunrise ara)
Shamrock ara x Catalina ara levert een Shamalina ara
Camelot ara x Catalina ara levert een Camelina ara
Camelot ara x Harlekijn ara levert een Fiesta ara
Camelot ara x Catalina ara levert een Catablue ara
Camelot x Blue & Gold = Camegold
Camelot x Scarlet = Capri
Ruby Gold x Scarlet = Ruby Punch
Wat is de toekomst van hybride ara’s?
In het wild zullen de aantallen van de natuurlijke ara soorten helaas steeds verder afnemen. De verspreidingsgebieden worden kleiner en het aantal natuurlijke ara’s in één groep neemt ook af. Wellicht dat hierdoor de kans op ‘natuurlijke hybride’ ara’s wat groter wordt, zoals het verhaal van de Spix en de Maracana laat zien. Het is wel duidelijk dat er meer sprake zal zijn van inteelt en dat er een gebrek ontstaat binnen de genenpool. Wetenschappelijk wordt aangenomen dat er minimaal 500 individuen moeten zijn om een ‘goede genenpool te kunnen garanderen’.
In gevangenschap zal de ontwikkeling van hybride ara’s en domesticatie zich blijven doorzetten. Traditioneel vooral gebaseerd op het verlangen nieuwe kleurcombinatie te genereren. Maar wellicht lukt het ook om het karakter, de stessgevoeligheid, het plukken en zelfs het instinct aan te passen… Het ‘hondenpad’ laat zien dat er erg veel mogelijk is, ten goede of ten kwade.
Tot slot nog een bijzondere toepassing voor hybride ara’s. Zoals eerder opgemerkt is het DNA verschil tussen verschillende natuurlijke soorten erg klein, wellicht zelfs maar 1%. Dit gegeven wordt ingezet door wetenschappers die uit bestaand DNA materiaal van uitgestorven soorten, gecombineerd met DNA materiaal van huidige natuurlijke soorten, een poging willen wagen om uitgestorven soorten weer terug te halen. Een voorbeeld hiervan is de Cubaanse ara (Ara tricolor). Hierover meer op onze pagina over uitgestorven soorten en aanverwante artikelen.
Bron: een-01.nl